Titel: De olifant in het universum. Donkere materie, mysterieuze deeltjes en de samenstelling van ons heelal.
Auteur: Govert Schilling
Uitgave: Fontaine Uitgevers, 2021, ISBN 978 94 6404 097 5
De term ‘dark matter’ werd honderd jaar geleden, in mei 1922, voor het eerst geïntroduceerd door de Nederlandse astronoom Jacobus Kapteyn, onder de titel “First attempt at a theory of the arrangement and motion of the sidereal system” in The Astrophysical Journal”.
De echte aard van donkere materie blijft een van de grootste onopgeloste vraagstukken in de kosmologie. Volgens het huidige concordantie LCDM-model bestaat het heelal uit 4,9% baryonische materie, 68,5% uit donkere energie en 26,6% uit donkere materie.
In 25 hoofdstukken geeft Govert Schilling een overzicht van de zoektocht naar deze donkere materie. Een zoektocht naar het onzichtbare mysterieuze spul dat ervoor zorgt dat sterrenstelsels en clusters niet uit elkaar vliegen en ervoor zorgt dat het heelal steeds sneller uitdijt. Wat ik goed vind in dit boek is dat Schilling er zelf heeft voor gereisd. Hij bezocht sterrenwachten, laboratoria en interviewde bekende wetenschappers en Nobelprijswinnaars.
Er wordt een historisch overzicht gegeven over de indirecte bewijzen van donkere materie. Passeren de revue, galactische dynamica, metingen van zwaartekrachtlenzen, supernova-waarnemingen, en baryonische akoestische oscillaties, kosmische abundatie, … Het verhaal van heel wat bekende namen Zwicky, Peebles, Ostriker, Ford, Vera Rubin, de Bende van Vier, Bosma, van Woerden, Milgrom, Aprile, Shostak, Faber, McGaugh, l’Auquila, Ting, Verlinde, ... komt uitgebreid aan bod. Schilling neemt uitgebreid de tijd om belangrijke experimenten in de zoektocht naar donkere materie te beschrijven. Veelal hebben deze experimenten exotische namen: CUPID, XENON, CRESST, IllustrisTNG, Millennium Simulation Project, OGLE, Dragonfly, SNOLAB, ICARUS, EUCLID, COSINE-100, AMS, KATRIN, DES, KIDS, CAST, … Al deze experimenten tonen aan dat 100-wetenschappers intensief bezig zijn met het zoeken naar een glimp van donkere materie met WIMP’s als belangrijke maar zeker niet de enige kandidaat.
De laatste theoretisch oplossingen worden eveneens besproken zoals steriele neutrino’s, axionen, asymmetrische donkere materie, wazige donkere materie, supervloeibare donkere materie en nog veel meer.
Op 13 oktober woonden Walter en mezelf in Maastricht een lezing bij van Govert Schilling waarbij hij op een vloeiende en boeiende manier zijn boek besprak. Trouwens, volgens Schilling zelf, heeft hij al meer dan 90 boeken geschreven. Hij eindigde zijn lezing met de hindoe-fabel “de blinde mannen en de olifant” en waar hij zijn boek is mee begonnen. Een leuk weetje is dat deze hindoe-fabel ook werd gebruikt door Heiko Falcke bij de start van zijn lezing in Leiden op 14 oktober.
Kortom, een boeiend boek dat in 354 bladzijdes de historische en hedendaagse zoektocht naar donkere materie beschrijft met aandacht voor prominente wetenschappers en hun experimenten.